Op 25 februari 1990 begon de BRT met Alfa Papa Tango, een fictiereeks over het wel en wee van een brandweerkorps in een grote stad. De letters alfa, papa en tango staan in het zogenaamde fonetisch alfabet respectievelijk voor ambulance, pompwagen en techniek, en verwijzen naar het type wagens dat bij interventies wordt opgeroepen en ingezet.
De mannen van Kolonel Halleux (Nolle Versyp) rukten uit voor het blussen van branden en de meest diverse andere opdrachten: van het verdelgen van wespen en het bevrijden van geblokkeerde mensen, over het uit het water halen van lijken en de collocatie van een psychiatrische patiënt, tot de controle van veiligheidsdiensten. De samenwerking binnen de brigade verloopt over het algemeen vlot, al moeten ook in de kazerne geregeld wat brandjes worden geblust: de pompiers zijn mensen van vlees en bloed, met hun eigen tekortkomingen en problemen, die soms door op hun onderlinge relaties wegen.
Zo is er Ronnie Abbeloos (Ben Van Ostade), met zijn ontrouwe vrouw; Marcel Van Oppem (Jaak Van Assche), wiens echtgenote ernstig ziek is; de eenzaat Fred Boenders (Johan Van Lierde); de enerverende potloodslijper Adjudant Haegeman (Jo De Meyere). Verder ook Wim Van der Straeten (Geert Vermeulen), Korporaal Goossens (Sjarel Branckaerts), Roger Buelens (Walter Cornelis), Koen Pauwels (Ludo Busschots) en pr-dame Tiene De Vijlder (Machteld Ramoudt).
Alfa Papa Tango was één van de eerste dramaseries van de BRT in de post-monopolietijd. De kijkcijfers waren dus lager dan de openbare omroep gewend was, maar toch waren er geregeld meer dan een miljoen kijkers.
De scenarios werden voor het eerst geschreven door een schrijverscollectief: Guy Bernaert, Marc De Bie, Flip Feyten, Wilfried Hendrickx, Freek Neirynck en René Swartenbroekx. Vincent Rouffaer regisseerde de zeven afleveringen van de eerste reeks, Raf Verpooten de volgende zes. Joannna Geldof was producer.
Leader.
Fragment.