Je hebt een praktijk en een theorie gedeelte. Vrijwel altijd begint men met het theoriegedeelte. De junioren kregen ongeveer 15 vragen, waarvan je er 5 fout mocht hebben en de aspiranten krijgen 20/25 vragen, waarvan je er ook 5 fout mag hebben. Zeker weten doe ik dit niet meer, maar ik zal er niet veel van af zitten. Bij het praktijkgedeelte, ga je in groepjes van twee (je buddy), samen met je 'examinator' wat 'proefjes'/onderdelen doen. Te denken valt aan: slangen opvoeren op hoogte, ladder (schuif/ enkele ladder) beklimmen, slangentje gooien/rollen, kleine blusmiddelen, schuimaflegsysteem, knopen, opzetstukplaatsen, materialenbenoemen, opbouwen van openwater (zuigbuizen). In iedergeval veel succes met leren;-).